“Wil jij misschien een lekker koekje/snoepje/pepermuntje?” Moeders met kinderen zullen deze zin herkennen. Iedereen die weleens met een huilende peuter/kleuter in een winkel, restaurant of andere drukke locatie heeft gestaan zal dit wellicht een keertje door goedbedoelende omstanders aangeboden hebben gekregen. Het werkt als een trein. Met dikke betraande wangen en een gelukzalige glimlach kauwen ze er lustig op los. Het enorme leed wat ze blijkbaar op dat moment is aangedaan is onmiddellijk vergeten.
Geweldig. Het is juist zo belangrijk we jonge kinderen niet aanleren dergelijke suikers te eten. Als je zo maar vroeg genoeg begint kom je wel aan de 45 kilo suiker per jaar per persoon. Begrijp me niet verkeerd, het is natuurlijk geweldig dat wildvreemde mensen zo lief tegen onze kinderen zijn. En het is allemaal goed bedoeld, maar ik wil mijn kinderen helemaal niet aan de geraffineerde suiker. Thuis wring ik me in allerlei bochten om ze zoveel mogelijk natuurlijk en onbewerkt te laten eten en voor ik het weet krijgen ze in winkels en restaurants doosjes smarties in hun knuistjes gedrukt. Daar sta ik dan met mijn geen geraffineerde suiker-regel. Ik voel me soms machteloos omdat zelfs in een maatschappij waarin de health blogs als paddenstoelen uit de grond schieten en fitgirls in kuddes door de straten joggen, er nog steeds berichten de wereld in worden gestuurd dat er helemaal niets mis is met suiker. Vooral in de vorm van de ‘zogenaamd gezonde producten’ die perfect zijn voor een goed ontbijt voor je kind terwijl ze vol met geraffineerde suikers zitten. Ondertussen hebben steeds meer kinderen overgewicht en zit er in iedere klas wel een aantal kinderen aan de ritalin.
Het is natuurlijk allemaal heel goed bedoeld, maar ik wil mijn kinderen niet aan de geraffineerde suiker!
Als de overheid nu eens echt ons welzijn ter harte zou nemen en gezond voedsel zou subsidiëren zodat we i.p.v. 20 knakworsten voor een euro een flinke stronk broccoli voor datzelfde bedrag kunnen kopen, zou ook misschien suiker en andere additieven op de schop gaan. En dan hoef ik me niet meer op een zonnige zondagmorgen koortsachtig te bedenken welke draai ik aan die pepermuntjes geef die de vriendelijke receptioniste van het hotel waar we tijdens een fietstocht even een plasje gingen doen aan mijn dochtertje gaf:
'Geef maar schat, dat is voer voor de hortensia’s. Dat moet je in de aarde stoppen en dan worden de bloemen heel mooi groot.” - Echt waar? Maar waarom geeft die mevrouw dat dan aan mij?” - “Omdat zij kan zien dat jij heel erg van bloemen houdt en zo kun jij meehelpen de bloemen in deze tuin mooi te houden.” Aarzelend, met zo’n blik van ‘volgens mij word ik hier in de maling genomen maar ik weet het niet helemaal zeker’ stopt ze het pepermuntje braaf in de aarde. Mooi, ditmaal ben ik er wonder boven wonder nog mee weggekomen, maar dat lukt me volgend jaar (hell, volgende maand waarschijnlijk) niet meer. Kunnen we geen snoeptomaatjes gaan uitdelen?
In de 'Food for Thought' blog schrijf ik regelmatig kleine stukjes over thema's die me bezig houden. Deze gedachten rondom grote en kleine vraagstukken wil ik hier graag met jullie delen. De onderwerpen strekken van voeding en gezondheid tot ouderschap en kinderperikelen. Laat overigens vooral hieronder in de reacties ook jouw gedachten achter, daar ben ik net zo benieuwd naar!